Tel. 06-27462012
info@bichonfrise.nl

Bacterie zijn eencellige organismen. De meeste bacterie zijn pathogeen ( ziekteverwekkend ) maar zijn juist nuttig en leven in symbiose met een ander organisme. Dat wil zeggen dat ze in harmonie met elkaar leven en vaak tot wederzijds voordeel ( zoals in het geval van de darmflora ).
Voor de kringloop van de natuur zijn bacterie nodig. Ze breken alles af tot moleculair niveau, waardoor er weer een evenwicht ontstaat.
Soms is er echter sprake van parasitisme, waarbij het ene organisme van de ander profiteert, ten koste van de gastheer.

Er zijn verschillende soorten bacterie, te onderscheiden naar hun vorm zoals:

  • Coccen : rond van vorm; bijvoorbeeld stafylococcus en streptococcus.
  • Bacillen : staafvormige bacterien ; bijvoorbeeld tuberculose wordt door dit soort bacillen veroorzaakt.
  • Spirillen : spiraalvormige bacteria of spirocheten; deze kunnen een of meer windingen hebben.

Een bacterie is een levend organisme. Ze hebben een eigen stofwisseling en zetten voedingstoffen om in energie. Dat houdt in dat er dan ook afvalstoffen zijn. De afvalstoffen die bacterie afscheiden, kunnen pathogeen zijn. We noemen deze ” ziekmakende ” afvalstoffen toxines ( giftige stoffen ).

Leotispira

Leptospirose of ziekte van Weil is een op de mens overdraagbare ziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Leptospira. De preventieve Leptospirose vaccinatie moet elk jaar worden herhaald. Vaccinatie kan een besmetting niet volledig voorkomen, maar zorgt wel dat de symptomen bij een besmetting veel milder zijn.

1. Leptospira canicola
De besmetting vindt plaats via likken of snuggeren aan plasjes van “zieke” dieren of genezen dieren (deze laatste kunnen tot een jaar na de besmetting nog bacteriën uitscheiden in de urine!!). Het ziektebeeld laat na een incubatietijd van 1-2 weken koorts, veel braken, overal pijn (spierpijn), rode ogen en acute nierontsteking (!) zien. Het gevolg is de dood door nierfalen of bij herstel nierbeschadiging.
De behandeling bestaat uit een antibioticakuur. Echter ook nu geldt: voorkomen is beter dan genezen dus vaccineren.

2. Leptospia icterohaemorrhagica
De besmetting met deze bacterie vindt plaats door contact met water waarin urine zit van ratten (de bruine rat kan drager zijn van deze bacterie en wordt daar zelf niet ziek van) of via besmette hondenurine (likken, drinken, snuffelen maar ook zelfs via de slijmvliezen dus zwemmen).
Het is een zoönose! Een lik van een geïnfecteerde hond of het opdweilen van een besmet plasje kunnen voldoende zijn om ook de mens te besmetten. Het ziektebeeld lijkt op die van canicola, maar verloopt veel ernstiger en daarbij treedt vaak leverontsteking, bloeddiarree en bloedinkjes op. Hevige geelzucht, gele slijmvliezen, donkere urine en zeer hoge koorts ontstaan voor nier- en leverschade. De behandeling is als bij canicola, maar vaak wordt deze ziekte pas in een laat stadium herkend waardoor kans op herstel sterk verminderd wordt.

Salmonella
Dit is een veel voorkomende bacteriële infectie, waar de mens regelmatig, maar de hond zelden mee te maken krijgt. Honden zijn over het algemeen goed bestand tegen Salmonella. Slechts een enkele keer ontstaat er een darminfectie met diarree. Sommige honden kunnen drager zijn zonder dat ze daar zelf hinder van ondervinden. De honden scheiden dan de bacteriën uit via de ontlasting. Salmonella kan via de ontlasting van de hond aan de mens worden overgedragen, echter bij een goede persoonlijke hygiëne is deze kans klein.

Borrelia

De bacterie die de veroorzaker is van de ziekte van Lyme is de Borrelia burgdorferi, een spiraalvormige bacterie. het is een ziekte die kan worden overgegaan door de schapenmelk ( Ixodes ricinus ) , als de teek drager is van de bacterie. Door een tekenbeet kan eenhond ( maar in principe ieder zoogdier ) met deze Borrelia besmet worden. Er kan een rode plek op de huid ontstaan, die we bij hond vaak vaak niet zien. Honden kunnen na een besmetting koorts krijgen, gewrichtspijnen krijgen en ontstekingen ontwikkelen in de organen. De ziekte van Lyme kan worden behandeld met antibiotica. Mits tijdig kan de hond volledig genezen van deze ziekte.

Campylobacter

Een ongeluk komt zelden alleen een dat geldt ook voor Salmonella, want als de bacterie Campylobacter jejuni er bijkomt, is de kans op een darminfectie groot.
Besmettingen met Salmonella en Campylobacter kunnen optreden door het eten van rauwkippenblees.

Clostridium botulium

Dit is de bacterie, die de toxine produceert dat botulisme veroorzaakt. Deze bacterie valt het zenuwstelsel aan. Verlammingen en de ( verstikking ) dood zijn bij besmetting het gevolg.
De bacterie produceert de toxine alleen indien in de omgeving geen zuurstof voorkomt, zoals bij bedorven voedsel in blik of in weckflessen. Botulisme komt bij temperaturen hoger dan twintig graden ook veel voor bij watervogels. Een eendenkadaver bevat voldoende giftige stoffen om de hond te doden als deze de eend opeet.

Clostridium tenani

Deze bacterie behoort tot dezelfde familie als botulium en veroorzaakt tetanus. ook hier wordt toxine aangemaakt, dat het zenuwweefsel aantast. Allen ontstaan hierbij geen verlammingen, maar krampen. Bij een besmetting kan de hond wel ziek worden, maar deze bacterie is voor de mens veel gevaarlijker dan voor de hond. De bacterie nestelt zich op zuurstofarme plaatsen zoals in wondjes, afgesloten met een korstje. In de bek van de hond kunnen tetanusbacterie voorkomen. De hond heeft hier zelf geen last van, maar kan doorbijten de bacterie wel overbrengen op de mens, die daar tetanus van krijgen.

© 2024 Bichon Frisé. All rights reserved.