Lintworm.
De lintworm is een inwendige parasiet. Typisch voor lintwormen is het afgeplatte lichaam dat opgedeeld is in stukjes ( segmenten of proglottiden ). Elk van deze stukjes is een voortplantingsfabriek die, eenmaal rijp, vol met wormpjes zitten en in hun geheel afgestoten worden en vervolgens met de uitwerpselen worden uitgescheiden. De stukjes zien eruit als maden of rijstkorrels als ze met de ontlasting meekomen. De kop van de worm blijft vastzitten in het darmslijmvlies maar voedt zich enkel met darminhoud, niet met bloed of darmweefsel. Ze veroorzaken dan ook meestal minimale letsel.
De cyclus verloopt steeds via een specifieke tussengastheer. Die tussengastheer is nodig voor de lintworm om zich te ontwikkelen. In de eindgastheer wordt de worm volwassen en gaat zich daar voortplanten.
Lintwormen kunnen over het algemeen behoorlijke lengtes bereiken.
Vroegere medicijnen zorgde voor een soort verlamming naar de kop zoeken. Tegenwoordig worden medicijnen gebruikt die de worm binnen het lichaam doden.
Eenmaal in de darmen verloopt de cyclus als volgt: de wormcyste ontpopt zich tot een volwassen worm en de kop hecht zich vast in het darmslijmvlies. Drie weken later komen de eerste proglottiden te voorschijn.
De rijstkorrelgrote proglottiden kruipen uit eigen beweging uit de anus wat jeuk kan veroorzaken waardoor de hond voortdurend op zijn achterste rijdt, het zogenoemde “sleetje rijden”. Maar over het alleman veroorzaakt de besmetting te kort komen aan voedingsstoffen en hierdoor vermageren.