De fietskar voor honden
FIETSSCHEMA
Conditietraining
Een hond in top conditie is een lust voor het oog. Hij is actief, fit en gezond, een ware top atleet. Een topconditie is echter niet aangeboren. Voor iedere atleet, is het hard werken om in topvorm te komen. Om dit te bereiken is conditietraining nodig, maar wel op een verantwoorde en veilige manier.
BELANGRIJKE TRAININGSREGELS,
Er zijn enkele belangrijke trainingsregels, die het uitgangspunt van ieder trainingsprogramma moeten zijn. Het is van groot belang dat u deze regels goed in de gaten houdt. Het gaat tenslotte om de training van uw trouwe makker en blessures moeten worden voorkomen.
REGEL 1, GELEIDELIJKE TOENEMENDE BELASTING.
Als de belasting niet geleidelijk wordt opgevoerd, blijft het beoogde resultaat uit. Een hond die elke dag 20 minuten naast de fiets loopt, zal in de problemen komen wanneer hij ineens 40 minuten moet mee draven. Om die 40 minuten te bereiken, zullen we de trainingsduur geleidelijk moeten opvoeren. Het is belangrijk de belasting geleidelijk toe te laten nemen.
REGEL 2, WAT U TRAINT, VERBETERT.
Heel simpel gezegd betekent dit, dat een hond die aan de fiets loopt, door een verbetering van zijn conditie, beter zal gaan lopen. Maar het is niet zo dat deze hond nu ook beter kan zwemmen (andere beweging), hoger zal springen (kracht), of sneller zal sprinten (snelheid).
REGEL 3, ALS U STOPT, GAAT U TERUG NAAR AF.
Helaas is het zo dat, wanneer we stoppen met trainen, de opgebouwde conditie weer teruggaat naar af. Alle trainingswinst verdwijnt. We noemen dit wel reversibiliteit. Wanneer een hond een periode ziek of geblesseerd is, zal zijn conditie een enorme terugval krijgen. Een veel gemaakte fout is dan, om te hard van stapel te lopen wanneer de training weer hervat kan worden. Er is weer tijd nodig om de conditie op te bouwen naar het oude niveau. Hetzelfde geldt ook na een vakantieperiode als er niet getraind is.
REGEL 4, GOED, IS GOED GENOEG.
Wanneer uw hond na maanden training maar liefst een uur naast de fiets kan meelopen, vergt het veel extra training om nóg verder te komen. Hoe beter uw hond is getraind, des te moeilijker is het om nog vooruitgang te boeken. Daarom geldt “goed is goed genoeg”, want de kans op blessures neemt bij zeer veel trainingsarbeid toe. Te veel is niet goed, doe alles met mate.
Naast deze vier basisregels spelen bij het opstellen van een trainingsprogramma nog enkele factoren een rol, namelijk: de aard van de training, de intensiteit of zwaarte van de training, de duur en frequentie en de rustmomenten.
De aard van de training
De aangewezen methode om de conditie van de hond te verbeteren, is het aangelijnd naast de fiets in draf te lopen. Het vergt heel wat training voordat de hond ontspannen naast de fiets meeloopt.
- Kies om te beginnen een route met weinig verkeer, zodat er weinig afleiding is.
- De lijn mag nooit strak gespannen staan, de hond moet soepel meelopen.
- Een ontspannen draf (niet in telgang natuurlijk) is te herkennen aan een gelijkmatige beweging, de hond is in balans.
- Galopperen is uit den boze. Dit zie je vaak gebeuren als mensen de hond even willen afjakkeren voor het eten of het bezoek van de buren. Voor jonge honden is dit helemaal funest, omdat hun bot- en spierstelsel nog volop in ontwikkeling en dus zeer kwetsbaar is.
Ons doel is tenslotte een goed getrainde hond met een stabiele voor- en achterhand en zonder gewrichtsproblemen.
Om blessures te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat:
- De jonge hond in rustige tred op een gelijkmatige, liefst zachte, ondergrond loopt.
- Kies zo mogelijk een route met onverharde wegen, maar vermijd slechte paden met veel kuilen en gaten of weggetjes met asfalt grint.
Intensiteit of zwaarte van de training
In het algemeen ligt bij een fietstraining het tempo (de snelheid) tussen de tien en vijftien kilometer per uur. Dit is uiteraard afhankelijk van uw hond.
Let erop of de hond ontspannen draaft en of hij het tempo goed kan volhouden. Er mag geen sprake zijn van gejakker. Een snelheidsmeter op de fiets kan handig zijn, maar na een aantal trainingen heeft u al snel in de gaten wat voor uw hond het juiste tempo is.
Met intensieve training kunt u beter wachten tot de hond twee jaar is en de heupuitslag bekend is. Een hond met HD-vrije heupen kun je nu eenmaal meer belasten dan een HD-plus/min of HD-positieve hond. Dit wil niet zeggen dat een HD-positieve hond niet naast de fiets kan.
Een hond met heupdysplasie kan wel degelijk baat hebben bij een trainingsprogramma, uiteraard zolang de hond geen pijn heeft. Natuurlijk moet u daarbij uitermate voorzichtig zijn en de intensiteit laag houden. In dit geval mag de training ook niet te lang duren.
Om een goed stabiliserend en conditieverhogend effect te krijgen, heeft het geen zin om deze hond langer dan 20 minuten te laten draven.
Duur en frequentie van de training
De op deze pagina opgenomen trainingsschema’s geven aan hoe vaak per week en hoe lang u met de hond kunt fietsen. De schema’s gaan uit van het aantal minuten dat de training duurt en niet van een bepaalde afstand, omdat iedere hond in zijn eigen tempo loopt. Begin tijdens de training met een rustig tempo en geef uw hond ongeveer vijf minuten de tijd om in het ritme te komen. We noemen dit de warming-up. Ook na de training is het belangrijk om nog een vijftal minuten uit te lopen. U raadt het al, dit is de cooling-down.
Het is belangrijk dat de hond een frisse indruk maakt gedurende de training; forceer uw hond dan ook nooit. Hij mag nooit en te nimmer van vermoeidheid gaan zitten of liggen en al helemaal niet gaan manken. Concentratie van uw kant is vereist, blijf altijd alert.
En laat voor het fietsen de hond goed uit zodat je onderweg niet hals over kop hoeft te stoppen.
Rustdagen
Rustdagen zijn even belangrijk voor de conditie als trainingsdagen. Juist door te rusten en te herstellen, gaat de prestatie vooruit. Daarom is goed herstellen zo ontzettend belangrijk.
De trainingen mogen dus niet te dicht op elkaar zitten, want dan raakt de hond uitgeput.
We spreken dan van een overbelaste hond. Vermoeidheid, stijfheid, veel behoefte aan slaap, lamlendigheid enzovoort, steken dan de kop op. De oplossing is: even niet trainen, laat hem eerst helemaal bijkomen. Te veel rust is natuurlijk ook niet goed. Daarom is het belangrijk om een goed trainingsschema te gebruiken.
Trainingsschema’s
Het is niet verstandig om te vroeg met conditietraining te beginnen. Wacht daarom tot de hond één jaar oud is. Het eerste trainingsschema is uitstekend te gebruiken voor jonge honden tussen de één en twee jaar. De trainingscyclus bestaat uit zes weken, gevolgd door twee weken rust.
In week 1 begint u voorzichtig met vijf minuten op dag 1. Waarschijnlijk is dit de eerste keer dat de jonge hond naast een fiets loopt. Neem voldoende tijd om hem te laten wennen en zorg ervoor dat hij het leuk blijft vinden. Dag 2 is een rustdag. Op dag 3 loopt uw hond al tien minuten naast de fiets. Dan volgt weer een rustdag (dag 4), waarna u de training van dag 3 herhaalt op dag 5. Daarna hebben u en uw hond twee dagen rust. Week 1 zit erop.
In de daarop volgende weken worden het aantal trainingen en de duur van de training uitgebreid. Het is belangrijk dat u het schema heel precies volgt. Doet u dit consequent, dan loopt uw hond na zes weken 20 minuten naast de fiets.
Na deze periode is het goed om even een week rust te nemen.
Trainingsschema voor de jonge hond | |||||||
Dag 1 | Dag 2 | Dag 3 | Dag 4 | Dag 5 | Dag 6 | Dag 7 | |
Week 1 | 5 min. | – | 10 min. | – | 10 min. | – | – |
Week 2 | 10 min. | 10 min. | – | 10 min. | 10 min. | – | – |
Week 3 | 10 min. | 10 min. | 10 min. | – | 10 min. | 10 min. | – |
Week 4 | 15 min. | 10 min. | – | 15 min. | 10 min. | 5 min. | – |
Week 5 | 15 min. | 10 min. | 10 min. | – | 15 min. | 10 min. | – |
Week 6 | 15 min. | 10 min. | 10 min. | – | 20 min. | 10 min. | – |
Het is niet verstandig om voor een jonge honden het aantal minuten op te voeren. Wacht daarmee tot de hond twee jaar oud is. Om de conditie op peil te houden kunt u het onderhoudsschema voor jonge honden volgen. U zult na een paar maanden merken dat de looptraining naast de fiets er gewoon bij hoort, net als de dagelijkse wandeling. Uw hond is twee jaar geworden en prima gezond. Hij is ‘uitgezwaard’, heeft stevige botten, zit goed in de spieren, heeft een sterk hart en goed ontwikkelde longen, kortom hij is volwassen. Dit is het moment op de trainingsarbeid voorzichtig uit te breiden.
Onderhoudsschema voor de jonge hond | ||||||
Dag 1 | Dag 2 | Dag 3 | Dag 4 | Dag 5 | Dag 6 | Dag 7 |
20 min. | rust | 15 min. | rust | rust | 15 min. | rust |
Mocht u voor het eerst met conditietraining beginnen, dan is het niet verstandig op met week1 van het trainingsschema voor volwassen honden te beginnen. Start met week 3 van het schema voor jonge honden. Werk dit programma eerst af voordat u verder gaat met het trainingsschema voor volwassen honden. Dit is een pittig trainingsschema, een echte uitdaging, niet alleen voor uw hond, maar ook voor uzelf. Samen werken aan de conditie, want ook uw conditie zal verbeteren. De ervaring leert dat het vanaf week 3 behoorlijk zwaar wordt. Let vanaf dit moment extra goed op of uw hond het nog aankan. Besef dat het trainingsschema een richtlijn is. Het is geen schande om te stoppen bij week 3 of 4 en over te stappen op het onderhoudsschema voor (let op) de jonge hond. Lukt het allemaal goed, dan kunt u de hond aan het eind van de trainingsperiode een uur lang naast de fiets laten lopen. En dat is een hele prestatie!
Trainingsschema voor de volwassen hond | |||||||
Dag 1 | Dag 2 | Dag 3 | Dag 4 | Dag 5 | Dag 6 | Dag 7 | |
Week 1 | 25 min. | 15 min. | – | 25 min. | 20 min. | – | – |
Week 2 | 30 min. | 20 min. | – | 30 min. | – | 30 min. | – |
Week 3 | 35 min. | 20 min. | 30 min. | – | 30 min. | 20 min. | – |
Week 4 | 40 min. | 20 min. | – | – | 40 min. | 15 min. | – |
Week 5 | 40 min. | 25 min. | – | 40 min. | 20 min. | – | – |
Week 6 | 45 min. | 20 min. | – | – | 60 min. | – | 20 min |
Na dit trainingsschema is het goed de hond twee weken rust te bieden en gewoon lekker met hem te gaan wandelen. De trainingsopbouw kan uitstekend gebruikt worden als voorbereiding op het nieuwe jacht- of werkseizoen. Om de hond topfit te houden, kunt u het onderhoudsschema voor de volwassen hond volgen.
Onderhoudsschema voor de volwassen hond | ||||||
Dag 1 | Dag 2 | Dag 3 | Dag 4 | Dag 5 | Dag 6 | Dag 7 |
30 min. | rust | 20 min. | rust | rust | 20 min. | rust |
Het vereist een behoorlijk investering in tijd en veel discipline om de trainingsschema’s te volgen. Het is van groot belang dat u zich niet blind staart op het schema. Het trainingsschema is een richtlijn, niet meer en niet minder.
Kijk altijd goed naar uw hond. Het kan natuurlijk gebeuren dat hij een slechte dag heeft; accepteer dat dan en doe het rustig aan. De schema’s zijn opgesteld om houvast te bieden en de conditie van uw hond zo veilig en verantwoord mogelijk op te bouwen.
Tot slot nog enkele adviezen:
- laat uw hond tien minuten na de training schoon water drinken;
- geef hem geen eten gedurende drie uur vóór de training: hollen met een volle maag is niet lekker en is zelfs gevaarlijk. Ook mag hij niet vlak na de training eten in verband met het risico van een maagkanteling; wacht zeker een uur;
- controleer de voetzolen op scheurtjes, glassplinters of doornen, vóór en na de training. Zit er een scheurtje in de voetzool of mankt de hond om een andere reden: stoppen;
- de hond loopt rechts naast de fiets aan een gewone halsband en riem (absoluut geen slipketting);
- kies een rustige trainingsroute, zodat u ontspannen kunt genieten van het fietsen;
- kies een zachte ondergrond als dit mogelijk is (bosgrond, gras). Dit bemoeilijkt het fietsen, maar voorkomt pees-, spier- en gewrichtsproblemen. Vooral bij jonge honden is voorzichtigheid geboden bij het lopen op asfalt. Probeer zo mogelijk de hond in de berm te laten lopen en houd hem extra goed in de gaten;
- neem één hond tegelijk aan de fiets;
- train niet bij temperaturen boven de 20 graden of bij hoge luchtvochtigheid. Dus, voorzichtig in de zomer! Bij lagere temperaturen kun je prima aan de slag, ook al regent het;
- natuurlijk gaat u niet trainen met een loopse teef, anders heeft u binnen de kortste keren mogelijk meer honden naast de fiets;
- stop met de training als de hond onregelmatig gaat lopen;
- laat de hond na de training in de kennel of mand lekker uitrusten;
- op rustdagen is het goed om de hond te laten zwemmen. Zwemmen ontspant de spieren en zorgt voor een sneller herstel van de laatste training. Dit geldt niet in de winter natuurlijk. De temperatuur van het water moet wel aangenaam zijn (mei tot november).