Iedereen kent ze wel, van die honden die zichzelf tijdens het uitlaten zowat ophangen, zo hard trekken ze aan de lijn. Piepend en gorgelend van benauwdheid banen ze zich een weg voor de baas uit. Voor de baas is het gedrag vaak een enorme ergernis, of hij heeft zich er uiteindelijk bij neergelegd. Na soms allerlei dingen te hebben geprobeerd zoals mopperen, rukken aan de lijn en zelfs met slipketting correcties, het helpt allemaal blijkbaar niet afdoende. Is er soms een andere manier om dit probleem te verhelpen?
Omdat te bepalen, moet er eerst worden bekeken wat het voordeel voor de hond is bij dit gedrag. Want als de hond ergens geen voordeel bij heeft of bij denkt te hebben, doet hij het niet. En wat het in dit geval ook is, het moet iets geweldigs zijn voor de hond, zichzelf zo’n ellende te laten bezorgen.
Waarom trekt een hond?
Een hond loopt van nature sneller. Een veel gehoorde uitspraak is dat een trekkende hond dominant is ten opzichte van de baas. Deze theorie wordt echter tegengesproken door het feit dat ook erg onderdanige honden flink kunnen trekken. Zelf denk ik dat het trekken meerdere oorzaken heeft. Zo loopt een hond van nature sneller dan een mens. Het einde van de lijn is dan ook snel bereikt. De grootste reden voor de hond om te blijven en zelfs steeds harder te gaan trekken, is echter dat de hond met zijn getrek keer op keer geweldige successen behaalt.
Bijvoorbeeld: de hond ruikt een halve meter verderop, net buiten bereik van de lijn, iets lekkers. “Daar wil ik heen!” Het drukt wel op mijn hals, maar dit is toch wel heel interessant! Hey, als ik trek kom ik dichterbij. Ja, ik ben er. Oh wat gezellig, dat is dat leuke teefje! Geweldig, ze is loops!” Het eerste succes (en dus versterking) van het trekgedrag is binnen.
“Hey, een andere hond, een speelkameraadje! Daar wil ik heen!” Baas vindt het intussen ook wel gezellig om met het andere baasje over hondjes te praten, dus hij laat zich gewillig meetrekken. “Zie je wel, als ik trek, dan kom ik waar ik wil! Trekken levert leuke dingen op!” “Het is weer middag! Dan neem ik de baas altijd mee naar het park! Ik wil dat de baas eens doorloopt, want met dit tempo komen we er vandaag niet meer aan. Hoi, we zijn er, ik mag los! Joepie! Feest!” En weer een versterking voor het trekgedrag.
Drie voorbeelden van een geweldige jackpot voor de hond. Alle drie successen overkomen hem terwijl hij trekt. En al snel begrijpt de hond het helemaal: “als ik trek, kom ik waar ik wil”. Logisch toch?
Daarnaast is het ook nog eens zo, dat honden zelden beloond worden voor netjes meelopen aan een slappe lijn. Omdat het “gewoon zo hoort”, valt het de meeste hondenbaasjes nauwelijks op dan wanneer de hond netjes meeloopt. En als het al opvalt, hoort de hond hooguit een vaag “braaf”. De hond trekt dus omdat het hem iets oplevert. Hij bereikt er leuke dingen mee. Aan u de taak om ervoor te zorgen dat dat niet meer gebeurt! En tegelijkertijd moet u ervoor zorgen dat aan een slappe lijn lopen veel leuker wordt voor de hond.
Slappe lijn is beloning!
Het is dus erg belangrijk dat de hond veel wordt beloond terwijl hij aan een slappe lijn meeloopt. Bijvoorbeeld met een koekje, een speeltje en/of even lekker gek doen. Als de hond het eenmaal grondig begrijpt, kunt u de beloning langzaam afbouwen. Daarnaast kunt u uw hond belonen, door hem uitgebreid toegang te geven tot een verleiding die hij heeft bereikt zonder aan de lijn te trekken (verderop leest u wat voorbeelden hiervan). Overigens, “niet trekken” is niet hetzelfde als de volg-oefening. Het zijn twee geheel verschillende zaken, al zal het voor uzelf even anders lijken dan u met het belonen van een slappe lijn begint. Zodra de hond merkt dat hij wat kan verdienen, is de kans groot dat u plotseling zijn volle aandacht hebt (wat u natuurlijk wel degelijk kunt belonen). Bij “volgen” moet de hond zich concentreren en alleen maar op de baas letten. Hij mag absoluut niet stoppen om te snuffelen of te plassen. Bovendien mag hij alleen aan uw linkerkant lopen. Hij staat onder appèl. Bij “niet trekken” hoeft de hond veel minder op te letten en heeft hij veel meer vrijheid. Als hij maar niet trekt.
Trekken, geen beloning of… weghalen van de beloning!
Om te voorkomen dat de hond succes heeft met trekken, zal ik u twee methoden aanreiken, die ieder apart kunnen worden gebruikt of die elkaar kunnen aanvullen. Zoals altijd binnen de hondentraining vergen ze consequente toepassing. Ook als u haast hebt omdat u de bus of de trein moet halen! Als u besluit deze manieren uit te proberen, moet u ervoor zorgen dat iedereen die de hond uitlaat zich er ook altijd aan houdt. Het aan een slappe lijn lopen gaat in op het moment dat u de hond aan de lijn doet, en stopt pas als hij weer los mag. Althans, dat is de snelste manier. U kunt er ook voor kiezen het ‘meelopen aan een slappe lijn’ alleen op een bepaald stukje van uw route te eisen, en dit stuk steeds verder uit te breiden. Bijvoorbeeld tussen twee lantaarnpalen, of de laatste paar meters voor het park of het bos, vlak voordat u de hond loslaat, wat natuurlijk gelijk een enorme jackpot is voor het goeie gedrag van uw hond (vooral methode 2 is hiervoor erg geschikt). Als uw hond dit door heeft, gaat u steeds eerder een slappe lijn van hem vragen.
TIP: De eerste keer dat u een van de methoden uitprobeert, kunt u dit het beste uitkienen wanneer u gaat trainen dat het mooi weer is en dat u alle tijd hebt. Het zal namelijk even duren voordat de hond de oefening doorheeft. Zodra hij het door heeft, zult u echter zien dat de vorderingen snel gaan.
Bij beide methoden gebruikt u een gewone leren lijn met een halsband, of eventueel een hondenhalster. Het beste is een lijn met een lengte van 1,50-2,00 meter. Gebruik geen rollijn of slipketting. Tijdens het lopen zorgt u ervoor dat u de lijn niet zelf strak trekt, maar houd u deze bij de lus aan het uiteinde van de lijn vast. Het beste kunt u de hand waarmee u de riem vasthoudt tegen uw taille aandrukken. Het doel hiervan is weer om te voorkomen dat u de lijn zelf strakker trekt. De bedoeling van de oefening is namelijk dat de hond de spanning van de lijn regelt (strak trekken/slap laten), niet u. En daarvoor moet hij er helemaal zèlf achterkomen hoe het werkt!
Zodra de hond trekt stilstaan!
Zodra u de regels voor “niet trekken” laat ingaan, geldt dat u komt pas in beweging komt wanneer de lijn slap hangt. Houdt de hand waarin u de lus vast hebt op uw taille, zodat u de lijn niet zelf per ongeluk strakker trekt. Zeg niets, beweeg niet, wacht gewoon af totdat de hond het hangen in de lijn zat is. En hoe lang dat in eerste instantie ook duurt (let maar op uw horloge, het lijkt meestal veel langer dan het is), op een gegeven moment gaat hem dat toch echt wel vervelen. Zodra de lijn weer een beetje slap hangt, begint u te lopen. In eerste instantie zult u waarschijnlijk nog geen stap verzet hebben, of de lijn staat weer strak. Stilstaan, wachten tot de spanning van de lijn gaat, en weer lopen. In het begin duurt het even voordat de hond doorheeft dat hij zelf de spanning van de lijn moet halen. Probeer hem niet te helpen door zijn aandacht te trekken, maar laat het hem helemaal zelf uitvinden. De eerste paar keer zal dat even duren (soms zelfs een minuut of vijf). Als de hond dit goed doorheeft, kunt u eventueel uw eisen iets bijstellen door, in plaats van genoegen te nemen met “slechts” de spanning van de lijn halen, te wachten tot de hond zijn hoofd naar u toedraait of een stapje terug doet voordat u weer verder loopt. En vervolgens tot hij een aantal stappen terug doet en weer bij u is. Het zal nog even duren voordat de hond doorheeft dat hij met trekken niets opschiet. Maar als u deze aanpak consequent volhoudt en doorzet, zult u toch op zeker moment merken dat uw voormalig trekdier een veel aangenamere wandelpartner is geworden. De kunst is dus dat de hond absoluut geen succes mag hebben op het moment dat hij trekt. Als hij niet vooruit komt, kan hij in principe zijn beloning niet bereiken.
Soms lukt de opzet niet helemaal en is de hond toch net binnen het bereik van de beloning gekomen. Bijvoorbeeld een lekker ruikend polletje gras of een achtergelaten boterham. Hier moet u alert op zijn. Zodra u dit merkt, mag u hem natuurlijk wel degelijk achteruit trekken (niet rukken, maar terugroepen of anders zelf achteruit lopen). Ook als er een andere hond op u afkomt terwijl uw eigen hond trekt, kunt u wel stilstaan, maar die andere hond (een speelkameraadje en dus een beloning voor uw hond) komt toch dichterbij. In dit geval kunt u het beste uw hond aan de kant trekken, zodat hij alsnog die spannende andere hond niet kan bereiken. Hij mag best met die ander spelen, maar alleen als de lijn slap hangt op weg ernaartoe – en alleen als u dat wilt, natuurlijk! Met mijn hond (een reu) heb ik, in navolging van deze regels, een afspraakje lopen, als hij mij naar een bepaalde plek meesleurt, als is het maar 10 cm, dan trek ik hem daar direct weg en heeft hij de kans om daar te snuffelen voor zichzelf verpest. Maar als hij er netjes aan een slappe lijn heen loopt, mag hij uitgebreid snuffelen en snuiven. Vooral in de loopse-teven-tijd wil hij zijn manieren namelijk toch nog wel eens even vergeten. Want hij weet het best wel.
Zodra de hond trekt, achteruit lopen!
Een speelkameraadje als jackpot. Deze methode is erg geschikt als uw hond u naar een specifieke plek trekt. Ergens waar een loops teefje heeft geplast, of naar een aangelijnd (!) hondenvriendje of naar de plek waar hij wordt vrijgelaten in het park bijvoorbeeld. De eerste keer dat u deze oefening uitprobeert met uw hond, is het erg leuk om het met twee personen te doen. Markeer voor uzelf een beginpunt vanwaaruit u gaat lopen met de hond. Uw “assistent” moet zichzelf, op zo’n 8-10 meter afstand, zo aantrekkelijk mogelijk maken voor de hond. Dat kan bijvoorbeeld door de hond tevoren aan een ritselend zakje met iets heel lekkers te laten ruiken en achteruit rennend de hond uit te nodigen te komen, of lekker gek te doen met een speeltje. Het gaat er echt om dat de hond wordt verleid, zodat hij HEEL graag wil komen. U staat op het beginpunt met uw hond. En uw hond staat te trekken omdat uw trainingspartner een aantal meter verderop toch wel zeer interessant is. Houd uw hand met de lus aan het uiteinde van de riem weer tegen uw taille aan om te voorkomen dat u de lijn per ongeluk zelf strakker trekt. Wacht gewoon af totdat de hond doorheeft dat trekken in die richting geen enkele zin heeft en de spanning zelf van de lijn afhaalt. Zodra de lijn een beetje slap hangt, begint u te lopen.
Zodra de lijn weer strak staat, en dat gebeurt heel snel, want uw assistent staat ietsje verderop helemaal enthousiast te doen, rent u vrolijk (!) weer achteruit naar het beginpunt. Doe gerust lekker gek, maak de hond maar duidelijk dat deze hele bedoening iets heel leuks is. Weer bij het beginpunt aangekomen wacht u weer tot de lijn slap hangt. Dit zal al veel sneller gaan dan de eerste keer. Zodra deze slap hangt, begint u weer te lopen tot de lijn strak staat. En huppelt u weer vrolijk achteruit naar het beginpunt. Bij de laatste paar meters van het parcours moet uw helper heel goed opletten. Hij moet lekker de hond blijven uitdagen zodat deze graag naar hem toe wil, maar……, mocht de hond de baas het laatste eind meetrekken, dan moet uw assistent zich ineens on-interessant maken. Hij/zij moet plotseling rechtop gaan staan, armen gekruist, het leuks/lekkers veilig wegbergen, de hond niet aankijken of hem zelfs de rug toedraaien. Op die manier beleeft de hond geen lol van zijn trekgedrag. En de baas huppelt natuurlijk weer terug naar het startpunt. Het is namelijk de bedoeling dat de hond met een slappe lijn bij die tweede persoon aankomt. Dan pas mag het feest zijn, en hoe! Deze oefening doet de trainer wel eens met de cursisten. De reactie voorafgaand aan de oefening is steevast, “dat doet-ie nooit!” “Heb je nog een uurtje?”
Alle honden hebben de oefening echter binnen drie minuten door, terwijl ik toch heel hard mijn best doe om ze vooral de fout in te laten gaan door zeer uitnodigend met een zakje vol worst en kaas, op de grond gehurkt, lekker gek te doen. Een voorwaarde is wel, dat de baas lekker gek doet en in een vlot tempo weer naar het startpunt teruggaat. Ik vind het een van de leukste oefeningen en vooral doordat het een verbijsterend snel resultaat heeft. Hoe werkt het dan? De honden leren razendsnel dat trekken juist averechts werkt. En doordat de verleiding zo enorm is, is de teleurstelling over het niet bereiken van het doel des te groter, ondanks het feit dat de baas vrolijk achteruit huppelend terug naar het beginpunt gaat. Het voordeel van deze methode boven de vorige is dat de hond op geen enkele manier baat heeft bij trekken. Iedere keer dat hij trekt, moet hij weer een x-aantal stappen terug doen, terwijl bij de vorige oefening “slechts” stilstaan het gevolg was.
Ook deze methode moet u zeer consequent toepassen: zodra de hond trekt, een paar passen achteruit doen, de plek voor uzelf markeren (stukje onkruid tussen de stoeptegels bijvoorbeeld) en pas weer lopen als de lijn slap hangt. Dit beginpunt kunt u gebruiken totdat de hond het interessants dat hem aantrok met een slappe lijn heeft bereikt of als u inmiddels een meter of vijftien verder bent (dat wil nog wel eens met een reu aan de lijn en de heerlijke odeur van loopse teefjes in het verschiet).
Samenvattend
Methode 1
Eventueel aanvullen met methode 2
Voor de eerste tijd even veel geduld hebben en consequent zijn toegewenst, en voor daarna, heel veel wandelplezier met uw voormalige trekhond!