Tel. 06-27462012
info@bichonfrise.nl

WANDELEN MET UW  PUP / HOND.


WANDELEN MET UW PUP / HOND.

DSC_0296 DSC_0286 DSC_0277

Pup in huis.

Wanneer u net een pup in huis hebt,  gaat u nog geen lange wandelingen maken. De momenten dat u met de pup weggaat beperken zich tot een wandelingetje naar het uitlaat gebied. Een paar keer in de week gaat u, in het kader van socialisatie, wat verder op pad.

Hoe lang u met een pup mag wandelen, zullen wij u hieronder vertellen.

Dat is 5 minuten naar de maand dat de hond oud is.

Dus heeft u een hond van 5 maanden, dan is het 5 x 5 = 20 minuten per keer wandelen.

Het is heel erg verleidelijk om langer met een jonge pup te gaan lopen – hij vindt het zo leuk, maar het beendergestel van een jonge hond kan dat echt nog niet aan.

DSC_0245 DSC_0238 DSC_0276

Kraakbeen.

De botten van een jonge hond bestaan bijna nog geheel uit kraakbeen. Het meeste kraakbeen gaat over in been, maar dit proces duurt 1 a 1.5 jaar. Tijdens deze groeiperiode kan er van alles mis gaan; een verkeerde belasting of een overbelasting  kan er voor zorgen dat het kraakbeen / bot op de verkeerde manier groeit. Heupdysplasie (HD) is een bekend mogelijk gevolg hiervan. Tegenwoordig zien we ook steeds meer honden met elleboogdysplasie (ED), een aandoening die ook steeds meer voor komt.

Aanlijnen.

Tijdens een wandeling loopt de hond minstens 3 keer zoveel als dat wij zelf lopen. Heen en weer, hier en daar snuffelen, de bosjes in, hard weer komen terug rennen en ga zo maar door.

Vooral wanneer u met meerdere honden loopt blijft een pup heen en weer rennen, hij moet alles in de gaten houden. Het is goed voor een pup om los mee te lopen, zodat hij leert de baas goed in de gaten te houden. Maar als er meerdere honden met de wandeling mee gaan, is het goed om de pup tegen zichzelf te beschermen. Aanlijnen dus!

Je dwingt hem dan om alleen maar rechtlijnige bewegingen te maken en het aantal keren dat hij heen en weer loopt wordt beperkt.

DSC_0212 DSC_0186 DSC_0205

Bij u terug komen.

Wanneer ik de mensen vraag die bij ons een puppy hebben gekocht en vraag of ze hun pup al eens losgelaten hebben krijg ik meestal het antwoord: “Nee, we zijn erg bang dat hij wegloopt”.

Dat is jammer, want juist nu de pup nog zo jong is zal hij zijn baas goed in de gaten houden, en zal hij niet zo snel weglopen. Een heel goede methode om de pup te leren netjes met u  mee te lopen en hem – op commando – bij u terug te laten komen is de volgende;

Zoek een veilige plek uit waar de pup niet zomaar de straat op kan lopen. U kunt deze oefening het beste met zijn 2-en doen. De een houdt de pup vast en de andere loopt een tiental meters weg. Roep op een vrolijke manier de pup, klap daarbij in uw handen, maak wat bewegingen en moedig hem aan als hij op u af komt. Is hij vlak in de buurt dan krijgt hij een beloning d.m.v. iets lekkers of iets wat hij heel leuk vind. Daarna kunt u  hetzelfde doen, maar nu andersom, de pup wordt geroepen door de persoon die als eerste de pup vasthield. U kunt, als u een pup roept, ook op de grond gaan zitten met de benen wijd naar voren. Het is dan de bedoeling dat de pup tussen uw benen , vlak bij je komt. Het brokje geeft u dan helemaal tegen uw buik aan, zo leert een pup dat heel dicht bij u komen niet eng is.

Onvoorspelbaar.

Wij mensen zijn gewoontedieren. Met onze hond lopen we vaak hetzelfde rondje. Als een hond wordt losgelaten in het park roepen we meestal steeds op dezelfde plek onze hond bij ons om hem aan te lijnen. Het is dan ook niet gek dat de hond na verloop van tijd niet meer bij u wilt komen, hij weet dat hij op die plaats weer aan de lijn moet, en dat de pret dan over is!. Een goede reden dus om niet meer bij de baas te willen komen. Probeer dus uw uitlaat plekken te variëren. Roep de hond tijdens het uitlaten verscheidene keren bij u,  iedere keer dat hij bij u komt krijgt hij een beloning. En… van de tien keer dat u hem roept, mag hij negen keer weer zijn eigen gang gaan, een keer moet hij aan de lijn. Ook dat moet gevarieerd worden, de ene keer word hij bij de vierde keer roepen aangelijnd, en de andere keer pas bij de zevende keer. Als baas zijnde moet u wat dat betreft onvoorspelbaar zijn.

DSC_0182 DSC_0133 DSC_0179

Trekken.

Als uw pup nog erg jong is wil hij niet goed met u meelopen, u moet hem lokken om met je mee te gaan. Is uw pup een paar maanden oud, dan weet hij de weg en trekt hij u vooruit, daar waar “hij”graag naar toe wil. Ergens daar tussen in heeft u  pup netjes, zonder te trekken met u meegelopen. Het is goed en raadzaam om uw pup zo snel mogelijk te leren dat hij zonder te trekken aan de lijn met u mee moet lopen. Het is niet eerlijk om een pup het eerste jaar maar zijn gang te laten gaan, om hem daarna met wat rukken en trekken duidelijk te maken dat hij niet aan de lijn mag trekken. Een pup leert u om zonder te trekken aan de lijn met u mee te lopen, u leert hem niet te volgen, dat is een oefening die later pas komt, en daar is hij nu nog niet aan toe.

Hierover staat meer beschreven op onze site bij het kopje “Trekken aan de lijn”.

Consequent.

Gaat u eerst eens oefenen met meelopen aan de lijn, maar bedenk wel dat deze oefening steeds consequent op dezelfde manier uitgeoefend moet worden. Wanneer het regent en u heeft het geduld niet om stil te blijven staan (‘laat hem nu maar trekken hoor, want anders word ik vreselijk nat’)  Dan bent u weer terug bij af. De pup heeft zichzelf geleerd dat trekken zin heeft. Het duurt wel even, maar uiteindelijk geeft de baas toch toe…

DSC_0284 DSC_0292 DSC_0298

Wandelen met uw hond.

Uiteraard houd u rekening met de leeftijd van uw hond. Een pup kan en mag nog niet zo ver lopen. Een aantal keren per dag 10 minuten is al meer dan genoeg.

Een jonge hond groeit als kool en zijn beendergestel en spieren worden te zwaar belast tijdens lange wandelingen. Een richtlijn is, dat de hond per leeftijdsmaand 5 minuten mag wandelen.

Dus voor een hond van 6 maanden betekent dit: 6 x 5 minuten = 30 minuten maximaal achter elkaar.

Wat ouder.

Tot op hoge leeftijd kunnen honden meelopen. In de vertrouwde omgeving neemt het tempo af en zal meer belangstelling krijgen voor geurtjes. Soms horen en zien ze wat minder en dan wordt de geurwereld helemaal belangrijk. Ook hier geldt dat u beiden plezier houdt in de wandeling, als u onderweg nog eens een zoekspelletje met hem doet en hem meeneemt naar nieuwe gebieden die hij niet kent. Tenslotte betekent dat ook weer nieuwe geuren voor de oudere neus.

DSC_0272 DSC_0220  DSC_0233

Het weer.

Honden kunnen slecht tegen hoge tempraturen. Dit komt omdat zij niet transpireren. Een hond heeft namelijk vrijwel geen zweet klieren. De warmte kan namelijk alleen maar via de tong (hijgen) en de voetzooltjes zijn lichaam verlaten. Ook oudere honden kunnen de temperatuur minder goed regelen. Daarom ziet u ze vaak wisselen tussen plekjes in de zon en in de schaduw. Neem tijdens een lange wandeling of fietstocht altijd wat extra water mee voor de hond. Laat hem liever regelmatig kleine beetjes drinken, dan in een keer een liter achter elkaar. Let goed op als u uw hond met warm weer mee neemt naar zee. De hond zal zeewater gaan drinken als hij dorst krijgt. Dit zoute water zorgt echter vaak voor braken en diaree. Bent u van plan om op een plek te gaan zitten aan het strand, neem dan een parasol mee, zo kan uw hond altijd in de schaduw liggen.

Verwarming.

De koele winter is voor veel honden een heerlijke tijd. Dankzij hun vacht hebben ze geen problemen met de kou. Er zit hier wel een addertje onder het gras. Een hond die een hele dag binnen ligt, in een verwarmde kamer, maakt een minder goede wintervacht aan dan een hond die bijvoorbeeld in de koele bijkeuken verblijft.

Leg daarom in ieder geval de slaapplaats van de hond nooit naast de verwarming.

DSC_0186 DSC_0209 DSC_0194

Sneeuw.

Sneeuw betekend pret voor mens en dier. Honden racen door het witte goedje, hier en daar en hap nemend. Ze rollen heen en weer en vangen vol plezier de ene na de andere sneeuwbal. Krijgt de hond teveel sneeuw binnen dan kan dit darm – of maag klachten geven. Probeer dit dus te voorkomen.

Langharige honden hebben nog een ander probleem met de sneeuw. Tussen hun voetzooltjes zitten haren waarin de sneeuw eerst smelt en dan weer bevriest waardoor er klontjes gaan ontstaan. Hierdoor gaat de hond kreupel lopen. Knip daarom de haren tussen de tenen weg. Heeft de hond al sneeuwklompjes, probeer dan niet de sneeuw eraf te trekken, maar verwarm de poot tussen uw handen waardoor de sneeuw smelt. Thuis kunt u de poot onder lauwwarm water houden en daarna goed afdrogen. Ook de vacht onder aan de buik kunnen dit soort ijsklontjes gevormd worden. Als het niet teveel is, dan heeft de hond er tijdens het lopen geen last van. Thuis kunt u ze afspoelen. Probeer te voorkomen dat de hond zelf de ijsklontjes gaat verwijderen, door te likken en bijten, dit zal het probleem alleen maar verergeren.

IJs is altijd verboden terrein.

Een andere reden van kreupelheid kan de pekel zijn. Het doet pijn als de hond kloofjes heeft in zijn voetzolen en dan over de gestrooide wegen gaat lopen. Neem dan een hand verse sneeuw en reinig hiermee de voetzool.

Gebruik evt. een zakdoek, en thuis kunt u de poot afspoelen. U kunt dit probleem voorkomen om er vette crème, zoals uierzalf of vetvrije vaseline, op te smeren.

Bij sneeuw hoort vaak ijspret, behalve dan voor honden. Het ziet er misschien leuk uit, zo een glijdende hond op het ijs, maar het is levens gevaarlijk. Niet alleen is er een risico op spier beschadigingen en botbreuken, maar de hond beseft niet dat het ijs de ene dag nog betrouwbaar is en de volgende dag niet meer. Het beste is daarom uw hond te leren dat ijs altijd verboden terrein is.

DSC_0165 DSC_0163 DSC_0174

Maatschappelijk aanvaardbaar gedrag.

Het liefst lopen wij in een gebied waar de hond los mag. In het volle Nederland is het lastig om grote gebieden te vinden waar de hond los mag lopen, zonder dat hij overlast veroorzaakt. De meeste terreinen delen we met: Joggers, Fietsers, Ruiters en Wandelaars zonder of met hond.

Kortom, veel gebruikers op een klein stukje, ieder met zijn eigen wensen.

Als we allemaal een beetje geven en nemen, moet dit geen probleem zijn.

Wat houdt maatschappelijk aanvaardbaar gedrag nu in?

De baas,

Houdt de hond bij zich als hij wandelaars (met of zonder hond), joggers, mountainbikes of ruiters tegen komt.

Houdt bij het passeren van een aangelijnde hond, de eigen hond ook bij zich.

Houdt ook in losloop gebieden de hond op de paden, en niet bij een ander in de tuin, erf of bossen.

Respecteert de natuur en laat dus de omgeving achter zoals deze was.

Laat de hond niet plassen tegen autobanden e.d. of zijn behoefte doen bij iemand op de stoep, erf of parkeerplaats. Of ruim het  op.

Laat de hond op een terras onder de stoel of tafel liggen, zodat deze geen hinder is voor andere gasten, en zo ook niet gaat bedelen aan een andere tafel.

Laat de hond regelmatig inenten ( Hondenziekte – Ziekte van Weil – Parvo – Kennelkuch) en ontwormen.

DSC_0291 DSC_0285 DSC_0303

Andere honden.

Behalve recreanten zonder hond zijn ook hondeneigenaren niet altijd even gerust op een goede afloop van een ontmoeting met een onbekende hond.

Bijna iedere honden eigenaar heeft wel eens meegemaakt dat mensen oversteken of schielijk een andere pad inslaan als jij er aankomt met je hond (vooral bij grote honden). Ze hebben slechte ervaringen of ze hebben zelf een hond die niet zo makkelijk in de omgang met anderen is. Deze mensen kun je vaak al op afstand herkennen. Ze kijken ongeduldig om zich heen waar hun hond is, roepen hem en lijnen hem aan. Door uw hond bij u te houden en hem aan te lijnen, doet u uzelf en anderen een groot plezier.

Als u zelf een hond heeft die moeilijk is met andere honden, houdt uw hond dan ook bij u. Sommige mensen menen dat de honden het onderling maar moeten oplossen, en dringen er bij andere honden bezitters op aan hun hond los te laten. Op dat moment zit je niet met een roedel van uzelf en zal je zelf de leiderschap in handen moeten nemen en niet de hond. Dus niet doen ! Voor de hond zal het ook betekenen dat u niet zijn grote baas bent, maar hij, en zal in het vervolg minder goed naar u gaan luisteren omdat hij zelf de leiderschap op zich neemt, waardoor er nog meer probleem gaan ontstaan.

Als een andere loslopende hond nu wel op uw hond afkomt, en uw hond zit aan de lijn, laat dan altijd de lijn van uw hond los, zo kan uw hond zich wel verdedigen, en pak dan de hond die komt om te vechten vast aan de staart, en haal deze zo bij uw hond vandaan.

Aansprakelijkheid:

Ook al let u zo goed op, het kan altijd gebeuren dat uw hond schade veroorzaakt.

Uw hond kwam net iets te langzaam terug, waardoor hij tegen de mountainbikes opbotste en deze daardoor zijn arm brak of hij was sneller dan u bij die gezellige familie aan de lunch en sprong bovenop tafel waarbij hij meneer zijn bril vernielde.

Als u wordt aangesproken over schade die door uw hond is veroorzaakt, dan bent u ALTIJD aansprakelijk. Zelfs wanneer u niets te verwijten valt.

Bij de risico aansprakelijkheid zijn een paar zaken belangrijk. Ten eerste gaat de wet ervan uit dat een dier onberekenbaar is. Ze kunnen onverwachte dingen doen. Dit is het gevolg van de “eigen energie” van het dier. Het uitgangspunt is dan ook dat u een dier nooit volledig onder controle kunt hebben.

Door een dier aan te schaffen, aanvaard u bewust het eigen risico van dit onberekenbare gedrag en daarmee bent u altijd aansprakelijk. Een ander belangrijk element is het verschil tussen de “Bezitters” en een “houder”.

Een bezitter houdt een dier voor zichzelf en de houder houdt een dier voor een ander.

U kunt hierbij denken aan de hond van de buren die u meeneemt op een wandeling of die een week bij u logeert. Ook dan is de bezitter van de hond aansprakelijk.

Dit geldt alleen voor schade aan derden. Dus als de logeerhond uw bankstel opeet, dan is die schade voor uzelf.

U heeft immers de zorg voor de hond aanvaard en daarmee ook het risico.

Ook de schade die ontstaat bij vechtpartijen van honden, is vaak voor rekening van de bezitter. Als uw hond los loopt, dan zal de rechter ervan uitgaan dat u bewust het risico aanvaard heeft dat uw hond kan gaan vechten. Kortom: het is verstandig om bij uw verzekeraar na te gaan of u voldoende verzekerd bent voor ongelukken die veroorzaakt worden door uw viervoeter.

Laat uw pup uit nadat hij gegeten heeft, geslapen heeft of druk heeft gespeeld. Hij/zij zal het snelst zindelijk zijn, wanneer u hem/haar  na het uitlaten goed beloont, niet meer laat spelen maar hem/haar in zijn bench legt om een paar uurtjes te slapen, of in zijn bench laten spelen of knabbelen op een lekker botje. Wilt u uw pup meer vrijheid gunnen dan kunt u een puppy-rennetje aanschaffen. In dat rennetje zet u zijn mandje en een krant waarop hij eventueel zijn behoefte kan doen.

Het vergt wat werk en tijd om de pup zindelijk te maken, maar u heeft er later plezier van.

De eerste tijd als u uw pup uit zijn bench haalt om zijn /haar behoefte te doen kunt u hem/haar het beste optillen, zodat hij/zij niet ergens gauw een plasje kan doen.

DSC_0147 DSC_0155 DSC_0149

Pas de pup in huis.

Hoe ouder de pup wordt hoe minder vaak hij/zij zal plassen. De eerste weken zal uw hondje iedere 2 uur moeten plassen en bij druk spelen misschien nog wel meer keren. Echt zindelijk is een hond pas op 7 maanden; tot die tijd heeft hij namelijk nog geen controle over zijn blaas- en kringspieren. Maar als u de pup regelmatig uitlaat, dan hoeven er niet vaak “ongelukjes” te gebeuren.

Hou altijd in acht:

Aangezien de Bichon Frisé een klein hondje is, hoeft men niet uren per dag met hem/haar te gaan wandelen. Een dagelijkse wandeling van een klein half uurtje is voldoende voor hem/haar. Beenproblemen komen vaak door te lang en te veel wandelen, ook knieproblemen (Patella Luxatie) kan door te veel springen en achter een bal aan rennen komen. Laat uw pup dus ook niet van de bank op en af springen, trappen op en af lopen, springen naar een balletje enz, laat de pip niet de hele tijd op zijn achterpootjes staan of dansen. Kortom wees voorzichtig!

DSC_0228 DSC_0267 DSC_0275

© 2024 Bichon Frisé. All rights reserved.