Een virus is eigenlijk geen levend organisme; het is een stukje eiwit met wat DNA of RNA ( erfelijk materiaal ) , echter nooit beiden tegelijk. Om zich te vermenigvuldigen heeft het virus aanvullend DNA en RNA nodig. Dat vindt hij in de cellen van een gastheer. Dit maakt een virus tot de obligate parasiet. Een virus kan vrij onschuldig zijn ( bijvoorbeeld het corona virus dat een lichte maagdarminfectie veroorzaakt ), maar ook dodelijk ( bijvoorbeeld bij pups met parvo of bij het rabiësvirus ).
Virussen zijn moeilijk te bestrijden omdat er niets is om aan te haken om op die manier het virus onschadelijk te maken. Antibioticum werkt in het geval van een virusinfectie dus niet.
Het lichaam moet het zelf bestrijden door antistoffen aan te maken, specifiek gericht tegeneet virus. Helaas is dat niet altijd mogelijk, denk aan het HIV-virus bij mensen. Hierbij wortel een As aangemaakt maar dat immobiliseert het virus niet. Zo’n As noemen men een verklikkend As.
Bij een virusinfectie is symptoombestrijding de enige mogelijke behandeling. Dus pijnbestrijding, hoestonderdrukkende middelen, huidverzachtende middelen enzovoort. Vaak wordt er wel antibioticum toegediend, niet tegen de virusinfectie, maar wel tegen de bacteriën die profiteren van het virus en een secundaire infectie veroorzaken !
Voor de meeste ziekten geldt : voorkomen is beter dan genezen dus enten / vaccineren ( = het prikkelen van het eigen afweersysteem dus het lichaam laten zorgen voor de aanmaak van een gerichte / getrainde As ).
Soms moet het afweersysteem weer herinnerd worden aan het Ag en dit noemen we ” roosteren”. Vroeger gebeurde dat op straat door contact met de daar aanwezige ziektekiemen.
De meeste honden worden gevaccineerd vanaf de leeftijd van 6 weken. Te vroeg vaccineren roept interferentie met de maternale immuniteit op. Dit betekent dat de ingespoten Ag de nog circulerende materiaal As weghalen waardoor het resultaat nihil is.
De pup is in principe goed beschermd tegen de ziektes waartegen de moederhond ook is gevaccineerd of die de moederhond heeft doorgemaakt. Maar dat is slechts tijdelijk dus het is zaak om het reguliere entingschema te volgen. Dat schema is echter onderhevig aan veranderingen dor de talloze onderzoeken naar het effect van vaccinaties. Meestal wordt voor de pup het volgende schema aangeraden:
Hierna wordt de volwassen hond ieder jaar gevaccineerd volgens een dan geldend schema.
Rabiës is facultatief in Nederland maar is verplicht zodra u met de hond de grens overgaat.
In grensgebieden en risicogebieden wordt deze vaccinatie wel aangeraden.
Ook in de diergeneeskunde staat de wetenschap niet stil. Het is dus altijd verstand om contact op te nemen met een dierenarts voor de meest accurate informatie over vaccinaties, wormmiddelen of andere behandelingen.
Om je hond te beschermen tegen verschillende ziekten, zoals Parvo, hondenziekte, hondsdolheid en kennelhoest, is het belangrijk je hond tijdig te laten vaccineren. Pups hebben drie entingen nodig, bij 6,9 en 12 weken en volwassen honden krijgen daarna de jaarlijkse herhaling vaccinatie. Wat deze inentingen voor je hond precies inhouden en wanneer je hond deze moet krijgen lees je hier.
Een pup krijgt zijn eerste vaccinatie wanneer hij/zij nog bij zijn nestje is, namelijk met 6 weken oud. Deze vaccinatie beschermt tegen het Parvo- en hondenziektevirus. Het is belangrijk dat pups deze inenting al met 6 weken krijgen, omdat jonge pups erg gevoelig zijn voor deze virussen. Een infectie met deze virussen loopt voor zo’n klein pupje vaak fataal af. Na 9 weken krijgt de pup zijn/haar tweede vaccinatie. Ditmaal een cocktail tegen het Parvo-virus, de ziekte van Weil, de besmettelijke leverziekte en kennelhoest. Bij 12 weken krijgt de pup nogmaals een vaccinatie, hierna is de pup volledig beschermt tegen alle virale ziektes en kan hij/zij gerust met andere honden spelen.
Na de drie vaccinaties voor pups vindt er jaarlijks nog een vaccinatie plaats. Dit omdat de vaccinaties tegen kennelhoest en de ziekte van Weil je hond niet langer dan 12 maanden beschermen. De vaccinatie tegen overige virussen werkt wel langer, tot wel 3 jaar. Daarom krijgt een volwassen hond maar één keer in de drie jaar een grote cocktail.
Naast de bovenstaande vaccinaties voor honden bestaat er ook de vaccinatie tegen hondsdolheid. Deze is verplicht wanneer je met je hond naar het buitenland gaat. Een pup kan deze vaccinatie vanaf 12 weken krijgen en het duurt 3 weken voordat deze vaccinatie geldig is. Met een pup onder de 15 weken kun je dus niet naar het buitenland.
Om alles overzichtelijk te houden kun je in het onderstaande vaccinatieschema voor honden terug vinden wanneer je hond ingeënt dient te worden en tegen welke virussen deze inenting dan werkt.